Schrijftips van Collega-auteurs – Research
Het motto van de Fantastische Unie is #samenvoorhetfantastischegenre, en dat geldt natuurlijk ook voor schrijven in dat genre. Daarom introduceren we de schrijftips, waarbij auteurs elkaar kunnen vertellen hoe zij bepaalde dingen aanpakken. Horen hoe vakgenoten het doen, kan immers heel inspirerend werken. Of misschien pak jij het net compleet anders aan en ook dat is interessant voor mede-auteurs. We zetten het hier voor je op een rijtje.
Om het een beetje overzichtelijk te houden, werken we met een thema/schrijfonderdeel waarrond er tips zijn gegeven.
Ook als ‘fantastisch’ auteur ontkom je niet aan het opzoeken van (achtergrond)informatie. Hoe pak jij dat aan? Welke informatie zoek je op en waar doe je dat? Hoe houd je die informatie vervolgens bij? Voer je research voor je met het schrijven van je verhaal begint, of doe je het tijdens? Hoeveel van die informatie belandt uiteindelijk in je boek? Hoe voorkom je dat je verzandt in research en niet meer aan schrijven toekomt? Wanneer je een aantal met elkaar verbonden boeken schrijft, krijg je ook te maken met interne research: hoe zat dat ook alweer met dat personage of die gebeurtenis? Kortom, een onderwerp waar we makkelijk een boek over kunnen vullen.
“Ik doe gericht onderzoek.”
“Voor mij is het onderzoek ondersteunend voor het verhaal dat ik wil schrijven.
Zo heb ik ooit eens een kort verhaal geschreven over Inuit die in de toekomst op de noordpool te maken krijgen met een invasie van intelligente pinguïns. Hiervoor heb ik onderzoek gedaan naar Inuit en hun gewoonten door er boeken over te lezen en online dingen op te zoeken. Ook heb ik volksverhalen over de Inuit gelezen om een beter idee van ze te krijgen. Tegelijkertijd heb ik me toen ook flink ingelezen op pinguïns, en ben ik uiteraard naar de dierentuin geweest om ze in het echt te zien. Maar aangezien het verhaal in de toekomst speelt en navigatie door middel van de sterren een belangrijk onderdeel van het verhaal is, heb ik ook in een programma de sterrenhemel in het jaar waar ik het wilde laten afspelen nagebootst, en de sterrenhemel van dat moment beschreven.
Kortom: wanneer ik onderzoek doe, doe ik gericht onderzoek naar onderdelen waarvan ik denk dat ik die in mijn verhaal ga gebruiken. Dit doe ik zowel online (google, wikipedia, andere bronnen) als offline (boeken lezen en een dierentuin bezoeken, om maar wat te noemen).”
– Gerard van den Akker
Gerard van den Akker (1982) is geboren en getogen Amsterdammer. Tegenwoordig is hij het bekendst in het Nederlandstalige fantastische genre als jurylid: op dit moment voor Waterloper, maar hiervoor heeft hij ook voor alle negen de edities van Fantastels gejureerd. Een tijd lang is hij eindredacteur van het online magazine ‘Blind’ geweest, en heeft een tijdje als freelance redacteur gewerkt, maar is sindsdien naar de IT afgezwaaid. Ook heeft hij diverse korte verhalen geschreven en gepubliceerd in binnen- en buitenland, en heeft hij aan diverse schrijfwedstrijden meegedaan, waar hij van laatste tot eerste eindigde.
“Ik gebruik lang niet alle research in mijn verhaal.”
“Van de informatie die ik vind, gebruik ik lang niet alles in mijn boeken, alleen de stukjes die belangrijk zijn om het verhaal geloofwaardig te maken. Soms gebruik ik elementen ervan om wat details toe te voegen aan het verhaal, soms is het onderdeel van de kern.
Meestal doe ik al onderzoek bij het indelen van de plot voordat ik ga schrijven, maar vaak ook tijdens het schrijfproces zelf.
Met onderzoek doen is het ook oppassen geblazen dat je weet wanneer je moet stoppen en moet gaan schrijven, want net als met internet, kun je nogal afgeleid raken van het verhaal zelf als je op informatiejacht gaat.”
– Johanna Lime
Johanna Lime is het pseudoniem van Marjo Heijkoop. Ze debuteerde in 2015 met Schimmenschuw bij Zilverbron, gevolgd door de trilogieën De vergeten vloek (2017 – 2020) en Interplanetair (2021 – 2023). Johanna schrijft een combinatie van fantasy en sciencefiction in een zich steeds verder uitbreidend heelal.
“Ik research tijdens het schrijven.”
“Ik research meestal net voldoende om een onderwerp geloofwaardig te maken. Ik ben dan ook geen wereldbouwer. Dat researchen doe ik meestal tijdens het schrijven. Soms erna, wanneer ik het gevoel heb dat de geloofwaardigheid nog te veel rammelt. Onlangs ontzettend veel research gedaan voor een verhaal, waarin ik de gebeurtenissen rond de research heb gebouwd. Dat is dus niet mijn gebruikelijke aanpak Beviel best goed, moet ik bekennen. Ik heb ervan genoten om de research en het plot tot één geheel samen te laten smelten.”
– Sophia Drenth
Sophia Drenth verruilde eind 2023 de grootsteedse rep en roer van Amsterdam voor het rustieke Gouda. Haar meermaals bekroonde vampierreeks Bloedwetten geeft zij uit in eigen beheer bij haar uitgeverij staaldruk. Voor de jeugd tussen 9 en 12 jaar schrijft zij griezelig spannende jeugdboeken met een knipoog; tot op heden verschenen De nepvampier en De pestmachine. Luitingh-Sijthoff, Quasis Uitgevers en Dutch Venture Publishing publiceerden korte verhalen van haar hand.
“Voor mijn nieuwe boek deed ik vooraf research.”
“Tot nu toe researchte ik vooral tijdens het schrijven. Dat werkte prima, omdat ik over een voor mij herkenbare wereld schreef. Research binnen de serie is vooral terugzoeken op het moment dat ik iets zeker moet weten. Ik probeer wel lijsten bij te houden, maar in de praktijk schrijf ik altijd net op wat ik in de toekomst niet nodig heb.
Voor mijn nieuwe verhaal heb ik vooraf intensief research gedaan. Musea bezocht, boeken gelezen, online onderzoek gedaan. De setting op de Noordpool is mij zo onbekend dat ik al vooraf veel informatie nodig had om te voorkomen dat het schrijven steeds stokt. Ik heb lijsten met tijden van zonsopkomst en -ondergang. Schema’s met wanneer ze waar op jagen, hoe ze dan wonen en welke temperatuur het dan is. Ik heb pagina’s vol met welke dieren je diep in het water kunt tegenkomen. En nog veel meer. Ik maakte er een video over .”
– Kim ten Tusscher
Kim ten Tusscher schrijft epische fantasy met een grimmige sfeer. Na haar debuut Hydrhaga volgde al snel de Lilith-trilogie. Telkens als ze een verhaal heeft afgerond, stelt ze zich nieuwe vragen over haar wereld. Zo wordt de Saga’s van de Wisselaars steeds groter. Haar meest recente werk is Vertellingen van de Ondergang.
“Ik geniet van research doen.”
“Ah, onderzoek. Ik geniet ervan. Misschien nog wel meer dan van het schrijven. Je komt overal, praat met mensen. Heerlijk. Als startpunt fungeren de zoekmachines. Ik ga na wat er van klopt, want artikelen willen elkaar nog wel eens tegenspreken, ik bezoek de bibliotheek en snuffel daar in boeken en tenslotte ga ik zelf kijken in omgevingen die ermee te maken hebben. Ik woon vlak bij een aantal religieuze gebouwen en dat kwam voor de serie die ik nu schrijf, goed uit. Ik heb daar op de gronden rondgelopen en gesproken met diverse mensen. Voor een van mijn boeken moest ik naar Limburg (oh, wat een stràf!) om met eigen ogen een galgenveld te zien. Of nou ja, waar ooit een galgenveld is geweest. Als ik dat allemaal gedaan heb en helemaal in de sfeer zit, ga ik pas schrijven. Ik denk dat zo’n tien procent van wat ik uitgeplozen heb in het boek terecht komt. Als ik het creatieve proces heb afgerond (als het karkas van het verhaal staat en ik moet gaan schaven) pak ik mijn aantekeningen bij, om te zien of wat ik geschreven is, in overeenstemming is met de research. Zo niet, dan pas ik het aan, zo ja, dan is ondergetekende erg blij.”
– Roselynd Randolph
Roselynd Randolph verslond vroeger jongensboeken die ze veel spannender vond dan de literatuur voor meisjes. Ze ontwikkelde een voorkeur voor mysterieuze zaken, griezelverhalen en uiteraard, fantasy. Dat leidde in 2013 tot de publicatie van het eerste boek in haar weerwolftrilogie De boeken van de Varulven. Behalve over weerwolven, schrijft ze ook over demonen en gevallen engelen. Roselynd vermengd urban- en darkfantasy tot een herkenbare eigen stijl vol humor en actie.
“Ik schrijf het liefste over iets waar ik al veel kennis over heb.“
“Ik schrijf het liefst over een onderwerp waar ik al veel kennis van heb of waar ik me al eerder in verdiept heb. Bijvoorbeeld door een museumbezoek, of omdat ik er uit interesse veel boeken over gelezen heb. De rest vraag ik aan meneer Google.Ik zal niet snel schrijven over een land of bezigheid die ik niet zelf beleefd heb. Zo zal ik mijn personages pas laten boogschieten als ik zelf een les heb gevolgd. Wel doe ik tijdens het schrijven continu onderzoek naar taal. Zo heb ik de site synoniemen.net bijna continu open staan.”
– Laura Weterings
Laura Weterings is een droomreiziger die haar lucide dromen neerpent in de vorm van korte verhalen en gedichten. Zo is ook haar bundel Beestige Dromen ontstaan.
Op dit moment is ze bezig met een hippische fantasyroman, Het Rossenreydersgymnasium, waarin edele rossen van hun vleugels ontdaan worden om ze hanteerbaar te maken.